WIELRENNEN – De tweede etappe in de Ronde van Baskenland, 160 kilometer over Frans grondgebied van Irún naar Cambo-les-Bains (of Kanbo op z’n Baskisch), is een prooi geworden voor de Franse Decathlon-AG2R-renner Paul Lapeira.
De 23-jarige Fransman was gisteren de snelste in de sprint van een grote groep overgebleven renners na een chaotische slotfase. Primoz Roglic, die maandag de tijdrit won, behoudt de leiderstrui. Het heuvelachtige parcours telde geen lange beklimmingen, maar wel heel veel. Dat belette vijf man er niet van om al kort na de start de benen te nemen. Nadat Iván Cobo na 60 kilometer koers had moeten lossen, bleven er nog vier koplopers over: Jetse Bol, de Fransman Alexis Vuillermoz en de Baskische broers Enekoitz en Xabier Azparren.
Op de enige helling waar punten waren te verdienen, bereikte Bol als eerste de top. Met zijn drie punten kwam de coureur van Burgos-BH in het bergklassement naast Primoz Roglic, die maandag de openingstijdrit won. Het peloton gunde het leidende kwartet zo’n drieënhalve minuut voorsprong, een marge die lang standhield en pas zo’n 65 kilometer voor de streep begon te slinken. Met nog 13 kilometer voor de wielen waren Bol, Vuillermoz en de broers Azparren eraan voor de moeite.
Alles wees vervolgens op een aanstaande massasprint, maar door de regen en het daardoor spekgladde wegdek gingen er in de laatste kilometers nog diverse renners onderuit, onder wie Tao Geoghegan Hart en Romain Grégoire, en brak ook het peloton in meerdere stukken. Lapeira was voorin nog de enige renner met een ploegmaat bij zich. Felix Gall deed dan ook het voorwerk, Lapeira maakte het in de lange sprint bergop af. Samuele Battistella werd tweede, Louis Vervaeke de nummer drie. (Nos)…[+]