PARAMARIBO –   Minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) Henry Ori, heeft tijdens een persconferentie vertelt dat er vaak met het ministerie van Financiën en Planning heftige discussies zijn, omdat bij de begroting van OWC, begrenzingen worden aangegeven, want het is een van de ministeries die concurrentie behoeft.

“Wij hadden afgelopen jaar 9 procent van de nationale begroting. Dat is nog veel te weinig, daarom hebben we de ambities hiervoor opgeschroefd, want we moeten kijken wat allemaal is gehonoreerd en wat niet. Bij de begroting van Onderwijs vecht je met het Ministerie van Financiën en Planning en je wilt prioriteiten, maar het spel wordt in het parlement gespeeld, daarom hopen we met moties hier steun te krijgen. Hetzij combinatie oppositie/coalitie die zegt dat ze prioriteit geeft”, stelt de bewindsman.

De minister gaf aan dat slechts 7 procent van de beroepsbevolking in het bezit is van een diploma hoger onderwijs en dat het streven is dat in 2030 dit 15 procent bedraagtt. Echter, hij  vertelt dat er enkele randvoorwaarden geschapen moeten worden voor de toegankelijkheid tot hoger onderwijs. Zo moet er gekeken worden om het inschrijfgeld niet te verhogen, naar een studietegemoetkoming van SRD 5 miljoen, evaluatie studiefinancieringsbeleid, evaluatie studiebeurzenbeleid, overleg platform voor hoger onderwijs en implementatie wet op hoger onderwijs.  De minister geeft aan dat de vraag gesteld moet worden hoe belangrijk het is om te investeren in hoger onderwijs. Ook geeft hij aan dat hij vanuit het ministerie veel dingen wil doen, maar er moet ook vanuit de politiek, met name de coalitie, steun komen om geld vrij te krijgen.  

“Als minister heb ik ook slapeloze nachten over de investeringen die ik wil doen voor speciaal onderwijs, dat heel erg verwaarloosd is. Je verwacht dat die maatschappelijke druk op leden van het parlement komt op basis van die basisbegroting waarvoor we al extra voorzieningen hebben gevraagd voor het hoger onderwijs dat subsidies door kunnen komen, hetzij gecorrigeerd door moties, want dat is een krachtig instrument.”

 Onze mensen in De Nationale Assemblee moeten het verhaal van onderwijs gaan begrijpen, want we hebben te lang geïnvesteerd en als we kijken naar het geld dat beschikbaar is, is bijna 95 procent alleen salaris en dat is op zich al een punt om het voor elkaar te krijgen, dus wanneer je in het onderwijs investeert, ga je ook functies moeten maken. Dat is de discussie en uitdaging die we hebben. We gaan het financieringsvraagstuk binnen het onderwijs moeten aanpakken, aldus minister Ori.

Over achterstallig onderhoud zei de minister dat iedereen daar zijn zorgen over heeft, maar dat hij harder moet gaan werken met zijn team om die transvoorwaarden in elkaar te zetten. Verder haalde de minister aan dat de problemen in het onderwijs onherstelbaar zijn, maar hij ziet hoeveel moeite er wordt gedaan om het kader van Suriname in de gaten te houden. We zullen samen een sterke vuist moeten maken en de moed niet opgeven om toch door te gaan.

Een aantal instituten moeten we blijven ondersteunen, omdat het optimaal voor de samenleving moet zijn, aldus de onderwijsminister…[+]