Nederlands bedrijf sleept UEFA voor rechter om VAR-technologie
VOETBAL – Het Nederlandse bedrijf Ballinno heeft een kort geding aangespannen tegen de Europese voetbalbond UEFA en technologiefabrikant Kinexon voor ongeoorloofde productie, verkoop en gebruik van buitenspeltechnologie voor videoscheidsrechters. Die zaak dient maandag bij de Hamburgse afdeling van de zogenoemde Unified Patent Court, die zich buigt over Europese octrooien.
De bewuste buitenspeltechnologie werd ook gehanteerd op het WK van 2022 in Qatar, waar Ballinno het systeem niet kon aanvechten. Het bedrijf heeft zich bij de UEFA gemeld toen duidelijk werd dat de Europese bond de technologie ook op het EK in Duitsland wil gebruiken. Er volgt een kort geding omdat beide partijen niet tot een overeenkomst zijn gekomen.
Volgens advocaat Rien Broekstra van advocatenkantoren Vossius en Brinkhof volgt mogelijk maandag al direct een uitspraak. Als een verbod wordt opgelegd, dan mag de UEFA de technologie niet gebruiken tijdens het EK dat op 14 juni van start gaat met de openingswedstrijd tussen Duitsland en Schotland in München.
Peter Borst, eigenaar van Ballinno, vond het gepatenteerde buitenspeldetectiesysteem in 2007 samen met twee ingenieurs uit. Een sensor in de bal laat zien wanneer precies een pass is verstuurd. Het moment van trappen is cruciaal om te bepalen of een speler wel of niet buitenspel staat.
De uitvinders van het buitenspeldetectiesysteem kregen in 2011 een octrooi voor hun uitvinding. Borst vernam onlangs dat de UEFA zijn technologie zonder toestemming tijdens het EK wil gebruiken. “We hebben onmiddellijk contact opgenomen met Kinexon, de fabrikant van de technologie die door de UEFA wordt gebruikt”, laat hij weten.
“We hebben herhaaldelijk geprobeerd om de kwestie op een vriendelijke manier op te lossen, maar tot nu toe waren Kinexon en de UEFA niet bereid om samen te werken of zelfs maar te praten”, stelt Borst. “Misschien dachten ze dat we te klein zijn om het aan te durven de UEFA voor de rechter te slepen. Maar wij zijn trots op onze uitvinding en zullen niet werkeloos toezien hoe anderen het gebruiken zonder onze toestemming. Procederen is de enige optie om onze uitvinding te beschermen tegen ongeoorloofd gebruik.” (De Telegraaf)…[+]