Onderwijsminister kaart onderwijsproblemen aan in DNA

9-ori

PARAMARIBO – De minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) heeft in De Nationale Assemblee (DNA) antwoord gegeven op vragen over het onderwijs in Suriname. Hij gaf aan dat er problemen zijn met het plaatsen van leerlingen op scholen in Paramaribo-Zuid en Wanica en dat geeft een druk op het systeem. Het basis- en kleuteronderwijs is goed ingeschreven op dit ogenblik.

 “Er is een stevige toevoer van kleuters, jongeren in de leeftijdscategorie 3 tot 4 jaar,  geweest. De 3-jarigen hebben de kans gekregen om via een test binnen te komen, en daarvan was het laatste punt dat de ouders zelf moesten opdraaien voor de kosten van de psychologische test voor het kind. Niet elke ouder kon hiervoor betalen, waardoor slechts 140  3-jarigen zich hebben kunnen plaatsen, omdat de psychologische test verplicht is om de schoolrijpheid vast te stellen,” aldus Ori.

De toevoer van leerjaar 4 is ook enorm, waardoor er prioriteit gegeven moet worden aan de jonge kinderen van 4 jaar om op de verschillende scholen te komen.

Verder gaf minister Ori aan dat de klassegrootte 30 -35 leerlingen is en dat er een verschil is tussen openbaar onderwijs, bijzonder onderwijs en particulier onderwijs, omdat je daar kleinere klassen hebt. De openbare scholen puilen flink uit wat het aantal leerlingen betreft. Er zijn een aantal issues, waaronder de renovatie van gebouwen, die ondertussen op gang is gekomen. Er zijn nu 144 scholen in renovatie, waarvan een paar nog in ontwikkeling zijn.

Er zijn heel veel problemen wat betreft financiën, en dat betekent dat lopende contracten met aannemers die nog geen geld hebben ontvangen. OWC is daarom nu bezig om met het Ministerie van Financiën en Planning snelheid hierin te brengen.

Er zijn ook issues wat betreft de leerjaren 9 en 10, want er is een aantal leerlingen van leerjaar 8 over naar deze twee leerjaren, die niet overal kunnen worden geplaatst. In leerjaar 10 is nu een splitsing gekomen met advies voor algemeen vormend en beroepsonderwijs. Er is nu een probleem met de plaatsing van leerlingen van het algemeen vormend onderwijs, terwijl het beroepsonderwijs minder leerlingen heeft gehad. Daarom worden nu een aantal LBO-instituten omgebouwd tot algemeen vormend onderwijs, om de groep leerlingen die nog niet is ingeschreven een plek te geven. Dat lukt langzamerhand wel.

Er zijn ook situaties waarbij leerkrachten en schoolleiders goed moeten meewerken om de school die bijvoorbeeld bestemd was voor lager beroepsonderwijs, wordt omgebouwd tot een algemeen vormend onderwijs.

Het ministerie is nu bezig om bestaande leerlingen zo veel mogelijk een plaats te geven. “We hebben een situatie gezien in Paramaribo-Zuid waarbij een aantal scholen tijdelijk het AB-systeem moeten hanteren, totdat er een oplossing is.”

Verder zijn er betalingsachterstanden bij een aantal schoolgebouwen die worden gehuurd en waarvan men zeker op 1 oktober de kans kreeg om de druk op te voeren bij het ministerie om eerst te betalen, anders wordt de school gesloten. Als er reçu’s van SRD 1,4 miljoen niet zijn betaald, kan de minister zich wel voorstellen dat eigenaren van scholen niet bereid zijn om mee te werken.

Wat betreft het binnenland zijn er rond het Zuiden problemen met het vervoeren van leerkrachten en dat heeft te maken met betalingen van het vliegtuigvervoer vanuit Gum Air, waarvan de rekeningen ongeveer SRD 8,5 miljoen zijn. Er wordt met Financiën en Planning gesproken om hierin te steunen. Het ministerie moet dus nieuwe plannen maken om vervoer voor de leerkrachten te organiseren.  Een aantal scholen in het binnenland is wel goed gestart, maar er moeten nog 15 scholen in het Zuiden opstarten, een deel van Atjoni en leerkrachten moeten ook nog vervoerd worden.

“De aantallen leerkrachten en leerlingen op de scholen blijven verrassend afwijken in vergelijking met de administratie.”

 Het gebrek aan financiën en het plaatsen van leerkrachten is niet eenvoudig, vanwege de onaantrekkelijkheid om in het binnenland te werken en de ontbering die men daar heeft, waaronder huisvesting, de kwaliteit en faciliteiten en ook de veiligheid.

Het vervoer over laag water is ook een probleem, waardoor boten niet vlot en op tijd kunnen vertrekken. De watertoevoer om te drinken en baden is ook een probleem. Er moet drinkwater per vliegtuig worden geleverd, daarom twijfelen veel leerkrachten om naar het binnenland te vertrekken. Het ministerie probeert met de inzet van extra vluchten water naar de gebieden te brengen, om zo een goede start te maken.

Er zullen een aantal scholen worden opgeleverd, namelijk op 8 november wordt een nieuwe school te Ma Lobi geopend, op 15 november twee scholen op  Albina en op 4 december te Kwamalasemutu.

Er is een onderwijsmanagementsysteem waarin data wordt verzameld over het aantal leerlingen en leerkrachten, evenals een database met informatie over de staat van verschillende schoolgebouwen. Dit systeem helpt om het klein- en grootonderhoudsplan beter te beheren.

Er is op 25 oktober een seminar over de integrale aanpak van het onderwijsproblematiek binnenland. De oplossingen zitten in het integrale kijken naar het vraagstuk, dat niet alleen te maken heeft met het onderwijsprobleem, maar ook met huisvesting, scholing, elektriciteit, veiligheid, justitie en politie. 

Het Ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport zal ook meer op een gedecentraliseerde manier moeten kijken naar kwesties rondom decentralisatie, met betrekking tot het onderwijsbeleid. Er moet ook verantwoordelijkheid worden gelegd bij de districtscommissarissen en hun bestuursopzichters en de Bestuursdienst om het ministerie te helpen kijken naar de onderhoudsplannen van scholen, schoolerven, bewaking van die scholen, zodat we in staat zijn veel meer grip te krijgen op korte en lange termijn problemen  die worden ervaren…[+]