PARAMARIBO – Procureur-generaal (pg) Garcia Paragsingh heeft gisteren aan het Hof van Justitie in hoger beroep gevraagd om het vonnis in eerste aanleg tegen ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financiën te bevestigen. Zij vraagt om bevestiging van het vonnis van 17 december 2021, waarbij Hoefdraad is veroordeeld tot twaalf jaar celstraf en een boete van SRD 500 duizend, te vervangen door twaalf maanden hechtenis met gevangenneming.

Hoefdraad is door het Hof van Justitie in eerste aanleg schuldig bevonden aan deelneming aan een criminele organisatie, ambtsverduistering en overtreding van artikel 13 lid 1a van de Anti-corruptiewet. Hij tekende via zijn raadsman Murwin Dubois appel aan, waardoor zijn zaak thans bij het Hof van Justitie in hoger beroep dient. 

Paragsingh heeft gisteren haar requisitoir overgelegd aan het hof. Zij zal op de volgende zitting in oktober toelichten wat de complete eis is. Dan zal zij ook onderbouwen waarom zij vraagt om het vonnis in eerste aanleg te bevestigen. De vervolgingsambtenaar vraagt voorts machtiging voor een Strafrechtelijk Financieel Onderzoek (SFO) voor het traceren van het wederrechtelijk verkregen voordeel in deze zaak. Het OM geeft aan dat de verdachte zich onvindbaar houdt voor justitie. Na de toelichting van het requisitoir volgt het pleidooi van raadsman Dubois.

Op 17 december 2021 heeft het Hof van Justitie in eerste aanleg aangegeven dat de Centrale Bank van Suriname (CBvS) is benadeeld, terwijl de Staat voordeel heeft gehad. Het Hof gaf toen te kennen dat de bank het volledige bedrag van gekochte panden had voldaan aan het Ministerie van Financiën, maar Hoefdraad heeft zich niet gehouden aan de afspraak van schuldverrekening. Ook zouden de royalty’s van Iamgold worden overgedragen aan de CBvS ter aflossing van de staatsschuld. Hoefdraad kwam ook deze overeenkomst niet na. WJ…[+]