“Binnen vier jaar afgelost”

PARAMARIBO – Suriname zal in de eerste jaren na de start van de olieproductie voor de kust, voorzien vanaf 2028, niet volledig profiteren van de inkomsten uit het olierijke Blok 58. Dit heeft te maken met een eerder overeengekomen Value Recovery Instrument (VRI) met de schuldeisers van de Oppenheimer-lening. Deze schuldeisers hebben recht op 30% van de royalty’s totdat de ‘nieuwe’ obligatielening van
USD 660 miljoen, met een rente van 7,95%, volledig is afgelost.

Annand Jagesar, directeur van Staatsolie Maatschappij Suriname NV, geeft aan dat het de bedoeling is om het VRI zo snel mogelijk af te lossen. Hij verwacht dat de inkomsten uit Blok 58 aanzienlijk zullen zijn, waardoor Suriname binnen enkele jaren de volledige schuld kan afbetalen. “De royalty’s zijn zo groot dat binnen drie tot vier jaar het VRI zal zijn afgelost”, bevestigt de directeur. “Dit zijn enorme inkomstenstromen.” Hij benadrukt dat de overeenkomst met de schuldeisers goed is onderhandeld, omdat slechts 30% van de 6,25% aan royalty’s wordt gebruikt om de schuld af te lossen.

Volgens de afspraken met oliemaatschappijen TotalEnergies en APA zullen zij 6,25% aan royalty’s afdragen aan de Surinaamse staatskas. Na de eerste betaling van USD 100 miljoen aan royalty’s gaat 30% van dat bedrag naar de schuldeisers, die via makelaar Oppenheimer twee leningen ter waarde van USD 625 miljoen aan Suriname hebben verstrekt tijdens het kabinet- Bouterse II.

De twee eerdere Eurobonds, met rentes van respectievelijk 9,25% en 12,875% met een totaalbedrag van USD 912 miljoen, zijn geruild voor een nieuwe obligatie en een olie-gekoppeld VRI. De nieuwe obligatie heeft een nominale waarde van USD 660 miljoen, een looptijd van 10 jaar, en een coupon van 7,95%. In de eerste twee jaar wordt slechts 4,95% in contanten betaald, terwijl de resterende 3% wordt gekapitaliseerd…[+]