Suriname benaderd door geldschieters die olierijkdommen als onderpand willen
PARAMARIBO – De regering zal geen leningen afsluiten die gedekt zijn door de verwachte olieopbrengsten uit Blok 58 voor de kust. Dit standpunt werd benadrukt door de minister van Financiën Stanley Raghoebarsing tijdens een vergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in Washington. Amerikaanse geldschieters hebben, via makelaars, Suriname aanzienlijke bedragen ter lening aangeboden, met de olierijkdommen voor de kust als onderpand. Dit aanbod is resoluut van de tafel geveegd door de Surinaamse delegatie.
“Op geen enkele manier willen wij olie die we nog moeten winnen vooraf verkopen en daarmee als onderpand gebruiken voor snel geld dat de volgende generatie zou belasten”, aldus de minister. De Staatsoliemaatschappij Suriname heeft berekend dat het land tot wel USD 26 miljard kan genereren uit de oliereserves. Dit vooruitzicht heeft ertoe geleid dat kredietbeoordelaar Moody’s deze week de kredietwaardigheid van Suriname met twee noteringen verhoogde naar Caa1. Dit niveau valt nog wel binnen de ‘junk’-status, maar heeft wel een positieve outlook. Voor geldschieters zijn de economische vooruitzichten zeer aantrekkelijk, dus proberen zij hun slag te slaan voordat de omstandigheden gunstiger worden voor conventionele financieringsinstituten.
Volgens het IMF zal de economie van Suriname, met een waarde van ongeveer USD 4,9 miljard, naar verwachting dit jaar met 3 procent groeien. De toekomstige inkomsten uit olieproductie kunnen op termijn een aanzienlijke impuls geven aan verdere economische groei en financiële stabiliteit. Verwacht wordt dat de olie-inkomsten zelfs hoger zullen zijn dan het huidige bruto binnenlands product. Raghoebarsing vindt dat Suriname deze potentiële opbrengsten op een verantwoorde en duurzame manier moet beheren en geen snelle oplossingen moet nastreven die toekomstige schulden zouden kunnen veroorzaken…[+]