PARAMARIBO – Raadslieden Chandra Algoe, Murwin Dubois en Raoul Lobo voerden gisteren aan dat de strafzaak tegen Jean Mixon, beter bekend als ‘Saya’, en de douaneambtenaren Jeffrey C. en Rignon G., niet door de rechter behandeld had moeten worden, maar fiscaal afgehandeld had moeten worden. ‘Saya’ importeerde een voertuig van het merk Aston Martin.

Als de waarde van de auto hoger was, zou hij meer moeten betalen. Algoe wees erop dat een douaneambtenaar heeft aangegeven dat een zaak van onderfacturering nooit voor de rechter wordt gebracht. Dubois betoogde dat de relatie tussen douaneambtenaren en de belanghebbende geregeld wordt door de Scheepvaartwet. In deze wet heeft de wetgever uitdrukkelijk bepaald dat de belanghebbende aansprakelijk is voor de juistheid en volledigheid van de aangifte bij de invoer van goederen. De wetgever heeft ook de consequenties beschreven voor de belanghebbende als deze enige bepaling van de Scheepvaartwet schendt. Volgens hem heeft de fiscale autoriteit in een ander geval een ernstige benadeling middels de fiscale wetgeving afgehandeld door een zware boete op te leggen.

“Als de zaak, waarbij de benadeling fiscaal is vastgesteld, op de manier zoals de fiscale wet dat voorschrijft is afgehandeld, waarom zouden de douaneambtenaren dan nog gestraft moeten worden, ondanks het feit dat zij de belangen van de Staat hebben behartigd door de nadere visitatie te gelasten?” aldus Dubois. Volgens hem dienen de wettelijke bepalingen van de Scheepvaartwet in acht te worden genomen en niet het Wetboek van Strafrecht. Zijn collega Algoe gaf aan dat Saya de opgegeven invoerrechten heeft betaald. De douane kon rustig onderzoek doen, aangezien zij tot vijf jaar naheffing kan opleggen. WJ…[+]