Wet Spaar- en Stabilisatiefonds in alle haast afgekondigd

Schuldeisers Oppenheimer zien belangen veiliggesteld 

PARAMARIBO – President Chandrikapersad Santokhi heeft de aangepaste Comptabiliteitswet en de Wet voor de instelling van een Spaar- en Stabilisatiefonds daags na de goedkeuring in De Nationale Assemblee op 30 december bekrachtigd en laten publiceren. Deze wetgeving maakt de weg vrij voor het opzetten en bemensen van het fonds, dat de toekomstige miljardeninkomsten uit offshore olieproductie moet beheren. De wijzigingen in de Comptabiliteitswet zijn afgestemd op een verantwoord beheer van dit fonds. De spoed achter deze wetgeving is ingegeven door druk van de Oppenheimer-schuldeisers, die hun belangen nog voor de jaarwisseling veiliggesteld wilden zien.

De geest van het Value Recovery Instrument (VRI), overeengekomen met de houders van de Oppenheimer-staatsobligaties, vormt een belangrijke basis in de Wet voor het Spaar- en Stabilisatiefonds. Deze clausule uit de schuldherschikking bepaalt dat schuldeisers recht hebben op 30 procent van de royalty’s uit de olievelden in Block 58, met een maximale waarde van bijna USD 300 miljoen.

Tijdens de schuldherschikking gingen de schuldeisers akkoord met een ‘haircut’, waarbij de oorspronkelijke schuld van USD 880 miljoen werd teruggebracht naar USD 650 miljoen – een korting van USD 230 miljoen. Dit akkoord is echter gekoppeld aan de voorwaarde dat zodra de olieproductie in Block 58 op gang komt, de schuldeisers recht hebben op een derde van de royalty’s, met een plafond van USD 300 miljoen en een looptijd tot 2050. Op dat moment was al bekend dat er commercieel winbare olie in Block 58 was ontdekt en werd gewacht op het definitieve investeringsplan van de oliemaatschappijen.

Hoewel de schuldherschikking aanvankelijk leek te resulteren in een korting, zal Suriname uiteindelijk USD 70 miljoen extra betalen bovenop de oorspronkelijke schuld van USD 880 miljoen. Dit komt neer op een tijdelijke verlichting, waarbij Suriname meer tijd heeft gekregen om de aanvankelijke schuld af te lossen, in ruil voor een hogere uiteindelijke afbetaling. Deze strategie heeft echter wel de junkstatus van het land weten te keren en de kredietwaardigheid verbeterd.

Het is onwaarschijnlijk dat de VRI pas tegen 2050 volledig is verrekend. Het streven is om met hogere aflossingen sneller van deze schuld af te komen. De voorwaarden in de VRI bieden daarvoor de ruimte.

…[+]