DEN HAAG - Defensie wil op korte termijn vier extra kleine satellieten in de ruimte hebben. De Telegraaf berichtte dat volgens betrokkenen twee satellieten in juni en oktober van dit jaar worden gelan-ceerd.
De overige twee moeten dan in het tweede kwartaal van volgend jaar de ruimte in gaan. Het gaat waarschijnlijk om zogenoemde nanosatellieten: kleine satellieten ter grootte van ongeveer een melkpak. Al eerder had defensie te kennen gegeven meer capaciteit in de ruimte te willen, maar de lancering van de vier satellieten was nog niet gemeld. Een woordvoerder van Defensie ging niet in op de details, maar zei wel dat "de Nederlandse krijgsmacht de afgelopen jaren flink heeft geïnvesteerd in satellietcapaciteiten en dat in de toekomst zal blijven doen".
Op dit moment is Europa in grote mate afhankelijk van satellieten van Starlink, het bedrijf van Elon Musk. Om die afhankelijkheid te verminderen, kwam de Europese Commissie eind vorig jaar met plannen voor een eigen satellietnetwerk: Irissquare. "Het ruimtedomein is van essentieel belang voor de inzet van de Nederlandse krijgsmacht", meldt het ministerie van Defensie. Zo toont de oorlog in Oekraïne volgens hen aan "dat ruimtecapaciteiten kunnen fungeren als 'game-changer'". Sinds 2021 heeft Defensie de nanosatelliet Brik-II in de ruimte. Dat was de eerste militaire satelliet van Nederland. In 2023 volgden in samenwerking met Noorwegen nog twee nanosatellieten. Ook werd in dat jaar een Noorse satelliet gelanceerd met daarin een experimenteel Nederlands prototype voor Nederlandse lasercommunicatie SmallCAT. In november werd aangekondigd dat in 2027 de satelliet PAMI-1 wordt gelanceerd, een grotere satelliet dan de andere Nederlandse die op dit moment in de ruimte zijn.
Ook de afhankelijkheid van raketten van SpaceX, een ander bedrijf van Musk, is een punt van discussie. Op dit moment gaan veel satellieten mee met raketten van dat bedrijf omdat die minder kosten en vaker gelanceerd worden dan de Europese alternatieven. Een oplossing op korte termijn is hier nog niet voor. (NOS/ Ministerie van Defensie)