Aniel Koendjbiharie, voorzitter van de stichting Wan Okasi, die voorkomt op de DNA-lijst van de combinatie OptSu, rekent niet op de steun van zijn doelgroep: mensen met een beperking. Hij wil weten of hij daadwerkelijk draagvlak heeft, want als dat niet het geval is,...
ziet hij geen reden om in het parlement te zitten. Verder geeft hij aan dat hij niet op een verkiesbare plaats wilde staan.
Koendjbiharie vertelt dat als hij wordt gekozen, hij niet alleen voor zijn doelgroep zal opkomen, maar ook voor senioren, mensen met chronische aandoeningen en sociaal zwakkeren. “Als ik niet word gekozen, willen mensen dan dat ik via de stichting hun belangen behartig in plaats van via De Nationale Assemblee (DNA). Als dat het geval is, moet ik dit besluit respecteren,” aldus Koendjbiharie.
Wat betreft zijn campagnevoering zegt hij dat hij dit nog verder moet uitwerken met de initiatiefnemers van OptSu, om te bepalen op welke manier ze dat zullen organiseren. “Ik ben niet verbonden aan een politieke partij, maar ben een onafhankelijke kandidaat, die bij OptSu is aangesloten. Ik heb deze beslissing op het laatste moment genomen, want ik had eigenlijk geen zin om de politiek in te gaan,” vertelt Koendjbiharie verder. Hij is door verschillende politieke partijen benaderd, maar heeft altijd geweigerd.
Op 21 maart besloot hij uiteindelijk toch de politiek in te gaan, met de voorwaarde dat hij geen partij of combinatiewoordvoerder zal zijn indien hij wordt gekozen als DNA-lid, maar een gewoon volksvertegenwoordiger. Het volksbelang zal voor hem altijd boven partijbelang staan. Hij doet dus niet mee aan partijdiscipline en is niet van plan om aan te nemen wanneer hij voor of tegen moet stemmen volgens een partijvoorzitter. Hij heeft een eed afgelegd en wil zelf bepalen wanneer hij voor of tegen een voorstel stemt. Daarom heeft hij besloten om op de lijst van OptSu te staan.
Koendjbiharie heeft zelf gevraagd om op plaats 51 te staan, omdat op een stembiljet alleen de foto van de lijsttrekker wordt afgedrukt en niet van de andere kandidaten. Dit zou het voor de mensen makkelijker maken om te begrijpen dat ze het laatste vakje rood moeten kleuren. “Helaas was plek 51 al bezet, dus sta ik nu op plaats 46.”
Volgens Koendjbiharie zou het, gezien het aantal zetels en de kracht van zijn doelgroep, in principe niet uit moeten maken waar je staat en zou hij met gemak binnen moeten komen. Zijn doelgroep rekent op zeker zes zetels. “Zelfs als het er maar twee zijn, zou ik tenminste één zetel moeten krijgen. Voor mij gaat het niet om materiële zaken of vergoedingen.”