PARAMARIBO – Roy Bhikharie, voorzitter van de Progressief-Verheffende Partij (PVP), heeft procureur-generaal Garcia Paragsingh formeel verzocht om diepgravende strafrechtelijke onderzoeken in te stellen naar vermeende misstanden rond het registratieproces voor de verkiezingen.
In een brief van 15 april roept Bhikharie op tot juridische actie tegen wat hij omschrijft als “systematisch machtsmisbruik, corruptie en valsheid in geschrifte” binnen het kiesproces.
Bhikharie, die zijn verzoek zowel namens zijn partij als als burger van Suriname indiende, noemt vier specifieke kwesties die volgens hem het fundament van de rechtsstaat ondermijnen. Hij stelt dat eerdere pogingen om deze misstanden via de media aan de kaak te stellen zonder gevolg zijn gebleven, en waarschuwt voor het gevaar van precedentwerking. “Macht en kapitaal mogen niet de gelegenheid krijgen om met alles weg te komen,” aldus de PVP-leider.
Als eerste kwestie haalt Bhikharie de betaling van de waarborgsom aan. Volgens hem hebben twee politieke partijen de verplichte waarborgsom voor verkiezingsdeelname betaald via het Ministerie van Financiën, in plaats van rechtstreeks aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Hij stelt dat het ministerie geen bankfunctie heeft en vermoedt dat hierbij mogelijk staatsmiddelen zijn misbruikt, wat hij kwalificeert als geldroof.
Daarnaast wijst Bhikharie erop dat sommige partijen, ondanks het ontbreken van directe stortingen bij de CBvS, toch stortingsbewijzen ontvingen op last van het Centraal Hoofdstembureau (CHS). Aangezien de rekening op naam van het ministerie staat, zou alleen het ministerie bevoegd zijn om dergelijke bewijzen af te geven. Volgens Bhikharie hebben de CBvS en het CHS hierbij onrechtmatig gehandeld.
Verder werd de registratie van de PVP aanvankelijk tot viermaal toe afgewezen, op basis van wat Bhikharie noemt: valselijk aangepaste statutaire bepalingen. Volgens hem zijn woorden als “voltallig” en interpretaties over wie documenten mogen tekenen bewust aan de PVP-statuten toegevoegd en vervolgens als authentiek gepresenteerd aan de kantonrechter. Pas na tussenkomst van het Hof van Justitie mocht de PVP alsnog deelnemen aan de verkiezingen.
Tot slot stelt Bhikharie dat bij het indienen van de kandidatenlijsten honderden bewilligingsformulieren ongetekend waren, en dat verscheidene personen melding maakten van vervalste handtekeningen. Ook zouden er namen op de lijsten hebben gestaan zonder toestemming van de betrokkenen, wat hij aanduidt als een schending van de mensenrechten. Hij suggereert dat sommige van deze zaken mogelijk zijn toegedekt door omkoping.
Bhikharie doet een beroep op de onpartijdigheid en rechtvaardigheid van de procureur-generaal en dringt aan op vier afzonderlijke strafrechtelijke onderzoeken. Hij benadrukt dat het geloof in de democratische rechtsorde ernstig wordt ondermijnd als dergelijke praktijken onbestraft blijven. “De indruk dat willekeur, machtsmisbruik en mensenrechtenschending de overhand krijgen op rechtsbeginselen, moet worden weggenomen. Anders verzanden we in dezelfde patronen als de afgelopen halve eeuw,” besluit Bhikharie zijn brief aan de procureur-generaal.